Tijdens de studie Oudheidwetenschappen bestudeer je de Oudheid, van ongeveer 3000 voor Christus tot 600 na Christus. Je focus ligt bij het Middellandse Zeegebied en aangrenzende gebieden: West-Europa en het Midden-Oosten. Je leert over de beschavingen en culturen van die tijd. Je houdt je bezig met de Grieken, de Romeinen en de Mesopotamiërs en met de volken waarmee zij te maken hadden. Op welke gebieden zie je bijvoorbeeld onderlinge beïnvloeding tussen deze volken? Naast het leren van een oude taal (Grieks, Latijn of Babylonisch-Assyrisch spijkerschrift) volg je vakken over geschiedenis, filosofie, literatuur, godsdienst en archeologie.