Terug naar het overzicht

Waarom zou je doorleren na je mbo-4-diploma?

Heb je bijna je mbo-4-opleiding afgerond, sta je voor de keuze: doorstuderen of meteen aan de bak. Wat wil jij? De opleidingsmogelijkheden zijn groot, maar is dat nu eigenlijk wel zo nodig?

Er is op dit moment veel vraag naar praktisch geschoold personeel. Denk bijvoorbeeld aan mbo-afgestudeerden werktuigbouwkunde, metaalbewerking, elektro- en installatietechniek, bouw en infra, tuinbouw en groenvoorziening. Ook loodgieters en zorgpersoneel worden veel gevraagd.

Steeds meer bedrijven nemen mbo’ers aan

Door de krapte op de arbeidsmarkt nemen bedrijven vaker mbo’ers aan. Als zij niet aan alle vereisten voldoen, leiden bedrijven de afgestudeerden zelf verder op. Bijvoorbeeld in de vorm van mbo-traineeships. Een traineeship lijkt een beetje op een beroeps-begeleidende-opleiding (BBL), zoals jij die van je mbo kent.

Verschillen BBL en traineeships

Bij allebei werk en leer je in de praktijk. Het verschil is dat traineeships door bedrijven worden georganiseerd en BBL-trajecten onderdeel zijn van je mbo-opleiding. Op het ROC volg je een opleiding bij een erkend leerbedrijf en als je een traineeship doet, werk je bij een ‘echt’ bedrijf.

Laat je wegkapen. Maak eerst je studie af!

Bij veel opleidingen heb je door je mbo-opleiding al een goede basis om aan het werk te gaan. Niet alleen kun je nu snel een baan vinden, maar je leert ook nog eens ontzettend veel in de praktijk. Werkgevers proberen jou misschien al tijdens je studie over te halen om te komen werken. Doe dit niet, de kans is namelijk groot dat je je studie niet meer afmaakt.

Is het nodig om verder te studeren?

Bekijk voor jouw studie hoe de baankans is en of doorstuderen jouw kans op een baan vergroot. Staan er bijvoorbeeld veel vacatures open? Of moet jij je eerst specialiseren om boven het maaiveld uit te komen? Sommige mbo-opleidingen zijn vooral basisopleidingen. Je kunt bijvoorbeeld op het mbo beginnen als onderwijsassistent en daarna op hbo-niveau aan de pabo beginnen, waar ze je klaarstomen als docent.

Voordelen van meteen gaan werken

  • Je verdient meer   

Meestal ben je nog wat jonger na het afronden van jouw mbo-opleiding, waardoor je sneller dan anderen geld kunt verdienen 

  • Je hebt straks een minder grote studieschuld  

Je hebt een veel minder grote studieschuld. Studeren op het hbo is aanzienlijk duurderHet collegegeld alleen al bedraagt €2.000 per jaar, enkele uitzonderingen daargelaten.  

  • Een goede begeleiding op je werk  

Als je op jonge leeftijd begint met werken, word je vaak beter begeleid dan wanneer je later aangenomen wordt. Jij krijgt extra aandacht omdat een werkgever jou nog kan vormen. Na een hbo-studie ben je ouder en verwacht je werkgever vaak meer zelfstandigheid. 

  • Je moet wel, er is geen passende opleiding  

In sommige gevallen is het bijna niet mogelijk om op het hbo door te leren. Een kok specialiseert zich na een koksopleiding door trainingen en masterclasses, niet door een hbo-opleiding. Hetzelfde geldt voor een schoonheidsspecialist, die alleen kan doorleren met de opleiding hbo-huidtherapie. Daar moet je maar net zin in hebben.  

 

Nadelen van meteen gaan werken

  • Je studentenleven is goud waard 

Op kamers, feesten en nieuwe mensen ontmoetenAls je doorleert op het hbo kun je nog langer van het studentenleven genieten. Het is weer even afkicken als je vervolgens aan het werk gaat, maar je kijkt altijd terug op een mooie tijd vol bier, dönerkebab, en vooruit: ook op leren. 

  • Je leert nieuwe dingen  

Nieuwe dingen leren is ook heel wat waard. Je gaat dieper in op de stof in binnen jouw branche en je leert dus ook je interesses beter kennen. Ik wilde bijvoorbeeld iets met media doen, maar ontdekte tijdens mijn hbo-studie dat ik vooral interesse heb in video’s maken.  

  • Werken kun je nog je hele leven  

Werken kan altijd nog. Wij moeten waarschijnlijk al veel langer doorwerken dan wat nu de norm is. Er valt dus wel wat voor te zeggen om nog even te kiezen voor een fijn studentenleven en pas daarna serieus in een baan aan de slag te gaan.  

 

(Door Maarten van Steijn)