Bij de studie Orthoptie leer je alles over ogen en oogproblemen. De focus van de studie ligt op het ‘recht kijken’. Je bestudeert het oog en haar werking en leert alles over oogstanden en de samenwerking van beide ogen. Je leert diagnosticeren, behandelen en eventueel doorverwijzen voor een operatie. Problemen die je bestudeert zijn bijvoorbeeld luie ogen, scheel kijken, leesproblemen of dubbel zien. Het is bij deze studie belangrijk dat je goed kan omgaan met kinderen en hun ouders. Als je namelijk gaat werken als orthoptist krijg je veel patiënten die onder de twaalf jaar zijn. Naast deze jonge patiënten komen ook volwassen bij een orthoptist, bijvoorbeeld suikerpatiënten.

Om toegelaten te worden tot de studie maakt het op niet uit welk profiel je volgt. Het vak wiskunde A of B moet echter wel in je vakkenpakket zitten, anders moet je een wiskundetoets afleggen. Het vak biologie is niet verplicht, maar behoort waarschijnlijk wel tot je favorieten.