Een ingenieur Engineering met als specialisatie Werktuigbouwkunde vindt zijn werkplek op veel plaatsen.
Mensen doen al tientallen eeuwen aan werktuigbouw: denk maar eens aan werktuigen zoals molens, weefgetouwen, wagens en hijswerktuigen. De kennis om de werktuigen te maken zat bij de persoon die ze maakte, bijvoorbeeld de wagenmaker of de smid.
Tegenwoordig zijn er veel verschillende en zeer complexe werktuigen. Alleen al in het dagelijkse leven gebruiken we veel verschillende producten, zoals een verwarmingsketel, een vaatwasser of wasmachine, een broodrooster, cd-speler, mobieltje, scooter en ga zo maar door. En dan nog alle machines die je nodig hebt om deze producten te kunnen maken...
Omdat er zo’n verscheidenheid is, zijn er ook veel verschillende machines en fabrikanten nodig op vele plaatsen in de wereld. De ene werktuigbouwkundige richt zich meer op het ontwerpen, de ander meer op het maken, weer een ander meer op de organisatie of op de automatisering. En voor alle nieuwe, betere producten zijn goed opgeleide HBO ingenieurs werktuigbouwkunde nodig. En voor al deze ingenieurs is er werk.