In deze sector draait alles om één ding: ontwerpen. Wanneer je binnenhuisarchitect wordt ontwerp je de inrichting van bijvoorbeeld woningen, winkels, kantoren of restaurants. En als industrieel productontwerper of ingenieur human technology werk jij aan de vormgeving van nieuwe producten, of schroef je aan de verbetering van bestaande apparaten. Ook veel nieuwe multimedia en software wordt door deze vormgevers ontworpen. Je eigen creativiteit kun je in deze sector goed uiten. Altijd volg je de laatste mode, de nieuwste technieken en de ontwikkeling van nieuwe materialen.

Maar je eigen inbreng is niet oneindig. Je hebt met allerlei zaken rekening te houden: de wensen van de opdrachtgever maar ook de veiligheidseisen van de overheid. Ook stellen steeds meer bedrijven eisen aan de duurzaamheid. Erg belangrijk zijn de grenzen die het budget je stelt. Binnen deze kaders en in overleg met de opdrachtgever teken jij een blauwdruk, plan jij de materiaalkeuze of kies je de kleurstelling. In dit vakgebied combineer je dus jouw originele ideeën met de technische haalbaarheid. Een opleiding Architectuur, Industrieel Ontwerpen of Human Technology bereid je voor op de verschillende beroepen.

Met de meeste van deze beroepen ben je waarschijnlijk wel bekend. Acteurs, dansers en kleinkunstenaars kom je bijvoorbeeld tegen in het theater, de bioscoop of op de televisie.

Acteurs of toneelspelers beelden een personage uit in een bepaalde verhaallijn: ze moeten zich goed in kunnen leven en natuurlijk overkomen. Goede toneelspelers zijn vaak breed ontwikkeld en kunnen met verschillende genres overweg. Dit geldt ook voor dansers, die vaak thuis zijn in verschillende stijlen. Ze zijn professioneel werkzaam in dansgezelschappen, musicals, videoclips en het ballet.

Met de term kleinkunst wordt alle podiumkunst bedoeld die tot doel heeft het publiek te amuseren. Het gaat bijvoorbeeld om cabaret: cabaretiers bedenken grappen, schrijven liedjes en dialogen. Ze acteren en zingen, met de lach als doel. Achter de schermen van al deze optredens vind je steevast een regisseur: hij geeft leiding aan de productie, kiest het scenario, stelt de crew samen, en geeft aanwijzingen aan de acteurs en de techniek.

Een docent in de Beeldende Vakken is bevoegd om meer dan één vak te geven op (middelbare) scholen. Hij of zij kan tekenen, handvaardigheid, textiele werkvormen, audiovisuele vorming en CKV geven, afhankelijk van de schoolsoort en persoonlijke interesse. Een docent is dus thuis in allerlei creatieve disciplines. Daarnaast heeft hij of zij vaak een duidelijke eigen visie op kunst en cultuur en maakt soms ook zelf kunst. Verder heeft de docent ook goede kennis van kunstgeschiedenis, kunsttheorie en cultuur. Ook in de lessen wordt theorie met praktijk gecombineerd. Het is de taak van de leraar om de creatieve en algemene ontwikkeling van de leerlingen te ondersteunen. Een hbo lerarenopleiding Beeldende Kunst en Vormgeving is de beste voorbereiding op dit beroep.

Docenten dans en docenten drama geven les in de creatieve sector. Ze werken doorgaans voor theaters, culturele centra en dans- of toneelscholen. Ook wordt het vak ‘drama’ op veel middelbare scholen aangeboden. De docent brengt technieken over en natuurlijk de passie voor het vak. Terwijl de dansdocent veel weet van choreografie, is de dramadocent vaak regisseur van het toneelstuk. De leerlingen kunnen erg verschillen: veel docenten geven les aan jongeren of amateurs, terwijl sommigen juist op hoog niveau werken met professionele artiesten: zoals filmacteurs of balletdansers. Veel tijd gaat zitten in de lessen, maar ook in de voorbereiding van lessen en de nabewerking van voorstellingen.

In deze beroepen draait alles om organiseren: het plannen en uitvoeren van allerlei soorten evenementen. Als eventmanager houd je je bijvoorbeeld bezig met het op poten zetten van congressen, beurzen of festivals. Culturele acts en muziekfestivals behoren tot het specialisme van de entertainmentmanager, terwijl productieleiders podiumkunsten zich hebben toegelegd op theater, musical- en dansproducties.

De drie beroepen lijken sterk op elkaar: steeds gaat het er om goed leiding te geven, de juiste contacten te leggen, en ook oog voor de kosten te hebben. Als manager ben je aan manusje van alles: je moet letten op de wensen van de doelgroep, maar tegelijkertijd het budget in de gaten houden. Sponsoren zoeken, vergunningen aanvragen, de techniek inhuren: het hoort er allemaal bij.

In deze beroepen gaat het om het vastleggen en bewerken van beelden: stilstaand, als fotograaf, en bewegend, als film- en televisiemaker.

Fotografen specialiseren zich soms in bepaalde afbeeldingen, zoals portretten, landschappen, of modellen. Ze proberen zo mooi mogelijke foto’s te maken en zijn bekwaam in fotobewerking. Soms werken ze in vast verband, bijvoorbeeld voor een krant of tijdschrift, maar vaker werden ze op freelance basis.

‘Film- en televisiemaker’ is een verzamelnaam voor allerlei beroepen die samenwerken aan een film- of televisieproductie. Hier zijn veel mensen voor nodig, zoals een producent, productieleider, scriptschrijver, opnameleider, regisseur en audiovisueel vormgever. Oo cameramannen en geluidsmannen werken in dit team. De regisseur houdt het overzicht en stuurt iedereen aan.

Deze beroepen zijn werkzaam in musea, archieven of monumenten. Met een specialistische studie zoals kunstgeschiedenis of archeologie op zak kun je hier aan de slag, om de collectie te beheren of bijvoorbeeld een tentoonstelling op te zetten. Conservatoren en museologen beheren de collectie: zij kopen nieuwe kunststukken in en lenen eigen stukken uit. Ook voeren ze historisch onderzoek uit. Ze schrijven bijvoorbeeld een biografie van een kunstenaar, voor in de museumgids of voor in de tentoonstelling. Meestal zijn zij zelf afgestudeerde kunsthistorici.

Kunsthistorici hebben veel technische kennis in huis, en kunnen bijvoorbeeld ook in veilinghuizen terecht: om de waarde van kunstobjecten in te schatten. Museummedewerkers hebben vooral een ondersteunende taak in het museum. Zij helpen met de inrichting van een tentoonstelling, maar geven ook rondleidingen aan de bezoekers. Ook kunnen ze zich richten op marketing en PR, of het opzetten van educatiemateriaal.

Hoe verschillend deze beroepen misschien lijken, in de kern gaan ze allemaal om één ding: ontwerpen. In allerlei branches werken mensen aan het design van allerlei producten: van reclames tot kleding, van games tot kranten.

Audiovisueel vormgevers bedenken en ontwikkelen allerlei audiovisuele producten, zoals televisiereclames of filmproducties. Reclame-ontwerpers houden zich ook met het ontwerp van reclame bezig, maar dan in de gedrukte pers. Het gaat om advertenties, affiches en brochures. Multimediavormgevers richten zich juist op interactieve producten, zoals computergames en telefoonapplicaties.

Redactionele vormgevers zijn in dienst van een krant of tijdschrift: zij verzorgen de gehele lay-out. In feite zijn zij gespecialiseerde grafische vormgevers. Ook folders, boeken en logo’s worden door hen ontworpen. Op een geheel ander terrein zijn mode-ontwerpers bezig. Zij stellen kledingcollecties samen of ontwerpen zelf nieuwe kleding, schoenen of accessoires. Altijd volgen zij de laatste trends op de voet.

In deze beroepen gaat het om het bedenken, maken, of opnemen van muziek. De eerste stap, het bedenken van nieuwe muziekstukken, wordt gedaan door componisten. Het kan om allerlei soorten muziek gaan: klassieke stukken, popmuziek, of achtergrondmuziek voor films of reclame.

De meeste componisten combineren deze baan met de tweede stap: het uitvoeren van muziek. Ze treden op tijdens concerten of doceren een instrument. Dit geldt ook voor dirigenten, die alle musici of zangers in een gezelschap aansturen. Popmuzikanten richten zich ook op het uitvoeren van muziek, hoewel singer-songwriters natuurlijk ook hun eigen muziek schrijven. Zij treden op, nemen muziek op en promoten zichzelf.

De derde stap, het opnemen van muziek of geluid, wordt gedaan door geluidstechnici. Zij registreren muziek in de studio of werken op locatie, bijvoorbeeld op festivals of concerten.