Al deze beroepen houden zich bezig met de geestelijke gezondheidszorg: de hulpverlening bij psychische problemen of persoonlijke zorgen. Er is een belangrijk onderscheid te maken in deze sector, tussen enerzijds de medische en anderzijds de religieuze hulpverleners.
Psychiaters en psychologen vallen in de eerste categorie, zij benaderen hun patiënten vanuit een wetenschappelijk perspectief. Door middel van gesprekken proberen zij eerst het probleem beter te begrijpen en een diagnose te stellen. Het kan bijvoorbeeld gaan om een trauma, een depressie, of een eetstoornis. Door middel van therapie wordt vervolgens geprobeerd de gedachtes en gevoelens van de patiënt te beïnvloeden. Een psychiater heeft bovendien de bevoegdheid om medicijnen uit te schrijven, zoals bijvoorbeeld antidepressiva.
Theologen, pastoraal werkers, en geestelijk verzorgers, praten ook met hun cliënten. Maar anders dan psychologen bieden zij geen therapie. In plaats daarvan proberen ze vanuit een religieuze of levensbeschouwelijke achtergrond steun te bieden. Ze zijn het luisterende oor, bijvoorbeeld bij ziekte, rouw of andere zorgen. Theologen houden zich verder bezig met het bestuderen van het geloof en het prediken in een kerk.